Pad tot huidige pagina

Bosicoon: de Bosuil

Denk je aan het Amsterdamse Bos dan schieten al gauw enkele beelden te binnen. Schotse Hooglanders, de Heuvel, de Bosbaan, eekhoorns. In nieuwsbrief-rubriek 'Bosicoon' geven we de iconen van het Bos een podium. Deze keer richten we de spotlight op een slimme jager met een herkenbaar geluid: de bosuil.

De bosuil is een ronde, donkere vogel met grote ogen. Zijn lichaam is stevig en zijn veren zijn zacht en pluizig. Hij is goed aangepast aan het leven in de schemering en het donker. Zijn bekende roep, “hoe-hoeeeee”, klinkt door het Bos en maakt de nacht een beetje magisch.

Met een spanwijdte van 90 tot 100 cm en een gewicht tot 700 gram is de bosuil een indrukwekkende verschijning. Hij komt voor in heel Nederland, inclusief het Amsterdamse Bos, waar hij een voorkeur heeft voor oude loof- en gemengde bossen met voldoende beschutting en holtes.

Slimme jager met scherpe zintuigen

De bosuil is een goede jager in de nacht. Hij vliegt heel stil, zodat hij zijn prooi niet laat schrikken. Hij eet kleine dieren zoals muizen en ratten, maar ook vogels en insecten. Met zijn scherpe oren kan hij zelfs een muis horen die verstopt zit onder sneeuw of bladeren.

Daarnaast staan de oren van de bosuil niet op dezelfde plek, maar een beetje scheef. Hierdoor kan hij precies horen waar een geluid vandaan komt. Ook in het donker kan hij daardoor goed jagen.

Nestelen in het Bos

In het vroege voorjaar kun je de bosuil horen roepen. Het mannetje roept om een vrouwtje te lokken. Als ze samen een paar worden, blijven ze vaak hun hele leven bij elkaar. Bosuilen maken een nest in holle bomen, maar gebruiken soms ook een speciale nestkast. In het Amsterdamse Bos hangen zulke nestkasten om de bosuil te helpen.

In februari of maart begint het vrouwtje met broeden. Ze legt 2 tot 4 eieren. Na ongeveer een maand komen de jongen uit. Na vier tot vijf weken proberen ze al te vliegen. In de lente kun je jonge uilen horen piepen of zien klauteren in de bomen. We noemen baby bosuilen ook wel takkelingen, omdat ze nog niet goed kunnen vliegen en rondlopen op takken om het bos te verkennen.

*takkeling; een jonge vogel die nog niet goed kan vliegen en zich vooral van tak naar tak verplaatst.

Beeld door Eugenie Rutten.

Een kwetsbare soort

De bosuil is niet in gevaar, maar hij heeft oude bossen nodig om te kunnen leven. Vooral bomen met holtes zijn belangrijk voor hem. Het is daarom belangrijk om het Bos goed te beschermen, zoals het Amsterdamse Bos. Dankzij Boswerkers en vrijwilligers kan de bosuil hier blijven wonen.

Hoe spot je de bosuil?

Wil je een bosuil zien in het Amsterdamse Bos? Ga dan vroeg in de ochtend of laat in de avond op pad. Luister naar zijn bekende roep of kijk goed naar de hoge bomen. In de winter kun je hem soms overdag zien slapen in een boomholte.

De bosuil laat zien hoe bijzonder de natuur in het Amsterdamse Bos is. Sta even stil, luister naar zijn roep en geniet van de magische sfeer van de nacht.

Blijf verbonden met het Bos

Wil je meer leren over de natuur in het Amsterdamse Bos en op de hoogte blijven van nieuwe Amsterdamse Bosiconen? Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang regelmatig updates, tips en verhalen.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

Hoofdbeeld door Jules van den Does.