Jakoba Mulder, de 'juffrouw van het Bos'
Het Bos is zorgvuldig ontworpen. Voordat de aanleg in 1934 startte, lagen hier weiden en nog weer daarvoor turfstekerijen. Het ontwerp is van Jakoba Mulder, kortweg Ko, of soms wel ‘de juffrouw van het Bos’. Zij gaf aan waar elementen als waterpartijen, wegen, bospartijen, heuvels moesten komen.
De periode waarin het Bos tot stand kwam – van 1934 tot 1970 - omspant een groot deel van Mulders stedenbouwkundige loopbaan. In de wisselwerking tussen haar ontwerpwerk voor het Amsterdamse Bos en de vele andere projecten voor de gemeente Amsterdam ontwikkelde zij haar stedenbouwkundige benadering.
Stad op ooghoogte
In haar stedenbouwkundige werk legde Mulder steeds een verbinding tussen de opzet van een stedenbouwkundig ontwerp en het effect daarvan op de bewoners en andere gebruikers. Oftewel wat zij van de stad ‘op ooghoogte’ merkten. Ontwerpen aan grootschalige stadsuitbreidingen kon volgens haar niet zonder een goede wetenschappelijke onderbouwing. Daarbij was het niet meer één ontwerper, maar een multidisciplinair team van deskundigen die de lijnen uitzette. En ook zij omarmde, net als de latere architecten van het Nieuwe Bouwen, de moderne principes van lucht, licht en een open ruimtewerking.
Huiskamer in de open lucht
Mulder verloor nooit uit het oog dat ruimte ook leefbaar moest zijn. Om die reden ontwikkelde zij de hakenverkaveling – twee gespiegelde haken rond een groene hof - als alternatief voor de strokenverkaveling. Dit is nog veel te zien in de westelijke tuinsteden. Zo ontstond een beschut en groen woonmilieu als een ’huiskamer in de open lucht’.
Voor de kinderen in de leeftijd 2-6 jaar voor wie in de soms kleine woningen weinig speelruimte was en voor wie de parken te ver weg lagen, vroeg zij Aldo van Eyck speelplaatsen te ontwerpen. Hij ontwierp er meer dan 700 zonder hekken, als vanzelfsprekend onderdeel van de openbare ruimte.
Ruimtelijke ervaring
Mulders grote aandacht voor de ruimtelijke ervaring die een ontwerp moest oproepen is ook goed zichtbaar in het Amsterdamse Bos. Zo mocht de heuvel geen kegelvorm hebben, maar voor de wandelaar geleidelijk opdoemen uit het vlakke land. En met het Groot Kinderbad maakte zij voor de kinderen een veilige, besloten wereld, terwijl zij voorbij de daar ook geplante rododendrons toch de Grote Speelvijver kunnen zien.
Het ontwerp van het Bos heeft de tand des tijds ontstaan. Nog steeds wordt het hogelijk gewaardeerd door de bezoekers. Met de groei van de stad en de waarde die groen voor de stad heeft neemt het belang alleen maar toe.
Tulpenboom en Jakoba Mulder-tulp
Wie vanaf de Boswinkel het Bos in loopt of fietst, ziet na het Klein Kinderbad aan de rechterkant een kleine weide. Aan de bosrand, in het midden, staat een tulpenboom, naar verluidt de favoriete boom van Jakoba Mulder. Bij het 85-jarig bestaan van het Bos deed het Amsterdamse Bos mee aan het Amsterdamse Tulp Festival. Wij doopten de Jakoba Muldertulp, ter ere van de ontwerper die aan de wieg stond van ons mooie Amsterdamse Bos.
Loopbaan
Jakoba Mulder studeerde van 1918 tot 1926 Bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft en kwam vrij snel daarna, in 1930, als adjunct-architect stedenbouw bij de afdeling Stadsontwikkeling van Amsterdam in dienst. Na enkele kleine plannetjes, waaronder een ontwerp voor de omgeving van het Vossius-gymnasium, werd het ontwerp van het Amsterdamse Bos haar eerste grote klus. Daarna zouden nog vele grote projecten volgen.
Soms maakte zij zelf het ontwerp, zoals bij het Beatrixpark, de speelvijver in de Gibraltarstraat en de noordoever van de Sloterplas, soms concentreerde zij zich op de verkavelingsplannen voor de tuinsteden Frankendaal, Slotermeer, Slotervaart en Osdorp.
In 1958 nam zij, tot haar pensioen in 1965, de functie als hoofdarchitect van Van Eesteren over. Zij werd onder meer verantwoordelijk voor de opzet van Buitenveldert en de eerste naoorlogse wijken in Noord zoals Het Breed en Molenwijk.