Gastblog van het Amsterdamse Bos - Bijdragen mei 2021
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
In dit gastblog delen medewerkers van het Amsterdamse Bos interessante kennis en ervaringen. Van bijzondere bomen tot onze Schotse Hooglanders, van festivals tot educatie. Lees mee!
NB Bij elke weblog kan helaas maar één foto geplaatst worden. Kijk op onze facebookpagina voor méér foto's.
Reacties
Je kunt op een blog reageren via de knop, 'reageer' onder het bericht. Reacties worden een paar keer per week verwerkt. Dit betekent dat het even kan duren voor jouw reactie zichtbaar is.
Uilenexpert en vrijwilliger Henk Jan Koning onderzoekt sinds enkele jaren de stand van de uilen in het Amsterdamse Bos. Dat doet hij samen met zijn vader Fred, van wie hij de kneepjes van het vak leerde. Vorig jaar won Fred een speciale prijs van het Amerikaanse International Owl Center in Minnesota voor zijn jarenlange onderzoekswerk naar uilen. In dit blog vertelt zijn zoon Henk over de resultaten van het meest recente onderzoek in het Bos.
De bosuil: een echte bos-uil
Henk: ‘In het Amsterdamse Bos leven verschillende roofvogelsoorten, zoals de buizerd en havik, maar ook uilen waaronder de bosuil. Deze vogelsoort hoort echt thuis in de voedselketen van een bos, maar kan in het Amsterdamse Bos nog niet genoeg geschikte nestplekken vinden. Want ondanks dat het Bos - dat is aangeplant vanaf 1934 - al aardig volwassen wordt, staan er nog maar weinig écht oude bomen (>100 jaar oud). En dat zijn nou net fijne locaties voor uilen om te nestelen.’
Nestkasten
Verspreid door het hele Bos hangen daarom nestkasten, die Henk en zijn vader samen met de boswachters regelmatig controleren. Het volgen van de ontwikkeling van de uilenpopulatie in het Bos geeft ook informatie over hoe het gaat met prooidieren van de uilen, zoals muizen en kleinere vogels.
De ladder op
Een paar keer per jaar gaan Henk en Fred alle kasten langs om de uilen en nesten te bekijken:
‘In de herfst controleren we alle kasten. We maken de lege nestkasten sch0on en waar nodig repareren of vervangen we de kasten die de Boswachterij levert. Ook overgebleven voedselresten en nestmateriaal geven nuttige onderzoek informatie. In het vroege voorjaar bekijken we de legsels. Als de eieren een paar weken later zijn uitgekomen, controleren we de jongen. We meten, ringen en wegen de uilskuikens zorgvuldig en noteren de gegevens. In het najaar wordt opnieuw de stand opgemaakt en rapporteren we over het afgelopen uilenjaar.’
Natuurfotografe Karin van Rijn was onlangs aanwezig bij de controle van de jongen. Bekijk de ...
Beleef het bos met al je zintuigen. Niet alleen kijken, maar ook voelen, proeven, luisteren en ruiken. Natuurgidsen bevalen het vroeger al aan, en tegenwoordig hoort het bij het bosbaden. Dat is je onderdompelen in het bos om stress te verlagen en je gezondheid te verbeteren. Onthaast en zet je zintuigen open.
Pootje baden
Ik weet niet hoe het met jullie is, maar bij mij blijft dat bosbaden toch meer pootjebaden dan onderdompelen. In het Bos de tijd vergeten lukt me nog wel, en ik hoor ook echt de vogeltjes wel en het ritselen van de blaadjes. En de regen op je gezicht voelen, soms kan ik zelfs daar van genieten. Maar voor het echte loslaten moet je ook je telefoon en camera thuislaten. Zo ver ben ik nog niet. Iets bijzonders zien en er geen foto van kunnen maken? En van alles in je mond stoppen om te proeven, ik vind dat vaak geen goed idee.
Ruiken daarentegen gaat weer vanzelf in het Bos. Op veel plaatsen hangt nu zo’n heldere uienlucht, dat niets ruiken geen optie is. De vaste bezoekers weten het wel, het is nu daslooktijd en wie zijn neus volgt komt uit bij hele stukken wit bebloemde bosbodem. Meestal schier eindeloze hoeveelheden daslook. Meestal ja, want er zijn concurrerende parfumproducenten in het Bos.
Armbloemig look
In het Bos ruiken nog twee andere planten uiig. De bekendste is look-zonder-look, een redelijk algemene plant. Die heet zo omdat 'ie geen familie van de ui is, maar wel een uienluchtje heeft. De andere is armbloemig look, een nieuwkomer in Nederland. Nou ja, nieuw is relatief. Voor het eerst aangetroffen in 1917 bij Huis te Manpad in Haarlem. Het zou daar terechtgekomen zijn met afval van een partij bolgewassen die voor de sierkweek in het wild verzameld was in Azië.
Sommige afgekeurde planten bleken juist prima te gedijen op het landgoed. En nog ieder jaar is het armbloemig look daar massaal te zien en te ruiken. Dat komt overigens niet omdat ze zich zo goed uitzaaien. Op hun bloeistengel zit meestal maar één bloemetje en die maakt in ...