Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties

Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties

Bosuilen monitoring
21 mei 2021 om 15:40

Uilenexpert en vrijwilliger Henk Jan Koning onderzoekt sinds enkele jaren de stand van de uilen in het Amsterdamse Bos. Dat doet hij samen met zijn vader Fred, van wie hij de kneepjes van het vak leerde. Vorig jaar won Fred een speciale prijs van het Amerikaanse International Owl Center in Minnesota voor zijn jarenlange onderzoekswerk naar uilen. In dit blog vertelt zijn zoon Henk over de resultaten van het meest recente onderzoek in het Bos.

De bosuil: een echte bos-uil

Henk: ‘In het Amsterdamse Bos leven verschillende roofvogelsoorten, zoals de buizerd en havik, maar ook uilen waaronder de bosuil. Deze vogelsoort hoort echt thuis in de voedselketen van een bos, maar kan in het Amsterdamse Bos nog niet genoeg geschikte nestplekken vinden. Want ondanks dat het Bos - dat is aangeplant vanaf 1934 - al aardig volwassen wordt, staan er nog maar weinig écht oude bomen (>100 jaar oud). En dat zijn nou net fijne locaties voor uilen om te nestelen.’

Nestkasten

Verspreid door het hele Bos hangen daarom nestkasten, die Henk en zijn vader samen met de boswachters regelmatig controleren. Het volgen van de ontwikkeling van de uilenpopulatie in het Bos geeft ook informatie over hoe het gaat met prooidieren van de uilen, zoals muizen en kleinere vogels.

De ladder op

Een paar keer per jaar gaan Henk en Fred alle kasten langs om de uilen en nesten te bekijken:

‘In de herfst controleren we alle kasten. We maken de lege nestkasten sch0on en waar nodig repareren of vervangen we de kasten die de Boswachterij levert. Ook overgebleven voedselresten en nestmateriaal geven nuttige onderzoek informatie. In het vroege voorjaar bekijken we de legsels. Als de eieren een paar weken later zijn uitgekomen, controleren we de jongen. We meten, ringen en wegen de uilskuikens zorgvuldig en noteren de gegevens. In het najaar wordt opnieuw de stand opgemaakt en rapporteren we over het afgelopen uilenjaar.’

Natuurfotografe Karin van Rijn was onlangs aanwezig bij de controle van de jongen. Bekijk de foto’s op onze facebookpagina en Insta.

Takkeling

Jonge bosuilen kunnen in het begin nog niet vliegen, maar wel klimmen. Als ze groot genoeg zijn, klimmen ze uit het nest op een tak. De benaming ‘takkeling’ komt hier ook vandaan. Soms zien bezoekers een jonge bosuil op de bosgrond zitten. Henk: ‘Het gebeurt wel eens dat jongen uit de boom vallen. Met hun scherpe klauwen en snavel lukt het ze meestal om weer omhoog te klimmen. Omdat het in het Amsterdamse Bos best druk kan zijn met bijvoorbeeld honden, kun je het jong een handje helpen door de Boswachterij te bellen (06-29081628). Zij kunnen het dier dan voorzichtig hoog op een tak zetten. De ouders zijn in de buurt en zo heeft het jong wat meer tijd om rustig weg te komen.’

Monitoring: de resultaten

2020: minder eieren in de legsels

Over het afgelopen uilenjaar zegt Henk: ‘In 2020 ging het niet erg goed met de bosuilen in het Amsterdamse Bos. Uilen broeden niet jaarlijks en in 2020 broedden slechts 12 van de 20 broedparen in het Bos. De legsels hadden minder eieren dan het voorgaande jaar en uiteindelijk bracht slechts één ouderpaar 2 jongen groot.

Naast gebruikelijke oorzaken als tekort aan geschikte broedlocaties en voedsel en de nabijheid van roofdieren, denken we dat in het afgelopen jaar ook verstoring een rol heeft gespeeld in het - juist in coronatijd - druk bezochte Amsterdamse Bos. In vergelijkbare gebieden zoals de Amsterdamse Waterleidingduinen zijn het afgelopen jaar minder jongen grootgebracht.’

2021

Henk: ‘Bij verschillende nesten zijn dit voorjaar gezonde jongen aangetroffen. En op 3 plekken in het Bos hebben bosuilen een geschikte nestplek gevonden in een boom, dus buiten een kast.’ Onze boswachters vermoeden dat dit vaker gebeurt, maar hebben het nog maar een enkele keer waargenomen. Henk: ‘Dat is een goed teken. Dit jaar is wel iets beter dan vorig jaar, met 17 nesten in totaal, maar wederom met kleine legsels en maar 1 of 2 jongen.’

Waarom is monitoring belangrijk?

Boswachter Abe: ‘Onderzoek naar diersoorten zoals deze helpen bij het beheer en onderhoud van het Bos, maar ook bij het maken van beleid, zoals het nieuwe Bosplan. Zo creëren we bijvoorbeeld meer kruidenrijke oevers die aantrekkelijk zijn voor prooidieren van de uilen. Bij onderhoudswerk in het Bos kunnen we met behulp van deze gegevens bijvoorbeeld bij het snoeien nog beter rekening houden met de vogels en andere dieren. Maar dat is niet het enige. Uit onderzoek blijkt dat kleinere dieren voedsel en beschutting kunnen vinden in dood hout. Daarom laten we dit zoveel mogelijk liggen (en staan) in de bospercelen.’

Meer weten?

Op de website van het Owl Center staat meer informatie over uilen. Of bekijk een lezing met Fred en Henk op het YouTube-kanaal van het Owl Center.

Henk met 2 'takkelingen' bij een uilenkast in het Amsterdamse Bos. Foto: Karin van Rijn.