Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
Beleef het bos met al je zintuigen. Niet alleen kijken, maar ook voelen, proeven, luisteren en ruiken. Natuurgidsen bevalen het vroeger al aan, en tegenwoordig hoort het bij het bosbaden. Dat is je onderdompelen in het bos om stress te verlagen en je gezondheid te verbeteren. Onthaast en zet je zintuigen open.
Pootje baden
Ik weet niet hoe het met jullie is, maar bij mij blijft dat bosbaden toch meer pootjebaden dan onderdompelen. In het Bos de tijd vergeten lukt me nog wel, en ik hoor ook echt de vogeltjes wel en het ritselen van de blaadjes. En de regen op je gezicht voelen, soms kan ik zelfs daar van genieten. Maar voor het echte loslaten moet je ook je telefoon en camera thuislaten. Zo ver ben ik nog niet. Iets bijzonders zien en er geen foto van kunnen maken? En van alles in je mond stoppen om te proeven, ik vind dat vaak geen goed idee.
Ruiken daarentegen gaat weer vanzelf in het Bos. Op veel plaatsen hangt nu zo’n heldere uienlucht, dat niets ruiken geen optie is. De vaste bezoekers weten het wel, het is nu daslooktijd en wie zijn neus volgt komt uit bij hele stukken wit bebloemde bosbodem. Meestal schier eindeloze hoeveelheden daslook. Meestal ja, want er zijn concurrerende parfumproducenten in het Bos.
Armbloemig look
In het Bos ruiken nog twee andere planten uiig. De bekendste is look-zonder-look, een redelijk algemene plant. Die heet zo omdat 'ie geen familie van de ui is, maar wel een uienluchtje heeft. De andere is armbloemig look, een nieuwkomer in Nederland. Nou ja, nieuw is relatief. Voor het eerst aangetroffen in 1917 bij Huis te Manpad in Haarlem. Het zou daar terechtgekomen zijn met afval van een partij bolgewassen die voor de sierkweek in het wild verzameld was in Azië.
Sommige afgekeurde planten bleken juist prima te gedijen op het landgoed. En nog ieder jaar is het armbloemig look daar massaal te zien en te ruiken. Dat komt overigens niet omdat ze zich zo goed uitzaaien. Op hun bloeistengel zit meestal maar één bloemetje en die maakt in ons klimaat geen zaad. Heel armbloemig dus, dit look. In plaats van bloemen vormt de plant broedbolletjes op de stengel. En die broedbolletjes geven de nieuwe plantjes duidelijk een voorsprong. In het Amsterdamse Rembrandtpark zie ik armbloemig look het zelfs winnen van brandnetels en kleefkruid. Het vormt daar een hele plak. Ook in het Bos lijkt het zich uit te breiden. Vergeleken met de daslook stelt het echter nog niks voor.
Door de knieën
Bij het onthaasten hoort voor mij het door de knieën gaan om zo’n plantje eens rustig te bekijken. Omdat ze met zo velen bij elkaar staan, valt het eerst niet op. De plant heeft niet enkel weinig bloemen op zijn driekantige stengel staan, maar ieder plantje heeft ook maar één blad. Net zo makkelijk zou het dus 'armbladig' look kunnen heten. Hoe dan ook, een bijzonder stinzenplantje. Ik snap best dat de gidsen bij Huis te Manpad er trots op zijn. Vind ik ze ook mooi? Ik vind ze vooral leuk in kleine aantallen.