Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
Het zien van bloemen is goed voor het humeur. Dat geldt helemaal voor lentebloemen, liefst met een voorjaarzonnetje erbij. Heerlijk dus als eind maart de bermen weer goudgeel kleuren van het speenkruid. Een schaduwplant die bij de eerste zonnestralen uit de bodem te voorschijn komt om snel te bloeien en groeien voordat er weer blaadjes aan de bomen en struiken zitten.
Dit jaar werd ik extra verrast bij de ingang van het Bos. Onder de eikenlaan bij de Boswinkel kleurde het ook geel. Alleen niet van het speenkruid, maar van de winterakonietjes. Mijn allerfavorietste voorjaarsbloem. Vooral dat guitige kraagje net onder het gouden hoofdje.
Geluk bij een ongeluk
Mijn voorjaarsgeluk blijkt samen te hangen met de pech die we hebben met de opmars van de eikenprocessierups. In de blog van boswachter Claudia over deze jeukrups kun je lezen dat bij de Grote Ligweide in december 2019 en januari 2020 zo’n half miljoen stinzenbollen zijn geplant. Dit om natuurlijke vijanden van deze rups aan te trekken, zoals gaasvliegen, sluipwespen en wantsen. Wat daar nog niet in staat is dat afgelopen najaar ook de eikenlaan bij de Boswinkel een bloembollenboost heeft gekregen.
Tulpen en narcissen
Rond de Boswinkel lijkt het intussen wel of er een bloemenoverstroming heeft plaatsgevonden. Ik zie een narcissenzee met een vloedgolf tussen fietspad en winkel. Bovendien is ook het Tulpfestival weer neergestreken in het Bos. Vele verschillende soorten tulpen staan deze maand te pronken op de kop van de Bosbaan. En bij de Boswinkel word je verwelkomd door een erehaag van onze eigen Jacoba Mulder-tulp. Maar de kwekers hebben niet alleen voor heel veel verschillende tulpensoorten gezorgd, ook narcissen komen er in vele gedaanten. Naast de grote knalgele bij de winkel, zit in het bloemenmengsel onder de eikenlaan juist een lichtgekleurd dwergnarcisje. De bekende W. P. Milner-narcis, gekweekt in het 19e eeuwse Engeland. Dit vroegbloeiend mini-narcisje is heel geschikt voor verwildering en interessanter voor insecten dan die grote jongens. Ze worden - zo noemt men dat - bevlogen door sluipwespen en sluipvliegen. Juist de hulpjes die nodig zijn voor de bestrijding van die eikenprocessierups. Loop deze dwergen niet voorbij, maar ga eens door de knieën. Dan zie je dat de winterakonietjes weliswaar intussen zijn uitgebloeid, maar dat het rondom de miniatuurnarcisjes nu blauw staat van de Grote sneeuwroem. Kijk hoe prachtig die stervormige bloemen. Het begin van het Bos voelt wat mij betreft nu al als veel meer dan het spreekwoordelijke halve (opvrolijk-)werk.