Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
Binnenkort hangt het Bos weer boordevol gele slurfjes. De mannelijke katjes van de els en de hazelaar laten dan hun stuifmeel meevoeren door de wind. Dergelijke bomen noemen we naaktbloeiers. Ze bloeien voordat ze blad hebben.
Hazelaars vind je als struiken op veel plaatsen in het Bos. Maar op twee plaatsen kun je ze als bomen vinden. Allereerst op het Vogeleiland, alwaar de gewone hazelaars echte stammen hebben. En wat voor stammen. De gladde schors heeft zulke kronkelende ribbels en knoesten, dat elke beschrijving te kort schiet. Net een sprookje, daar moet je echt zelf gaan kijken.
Boomhazelaars en klimaatverandering
In het Bos staan ook echte boomhazelaars, ook wel Turkse hazelaars genoemd. Je vindt ze bij de Schotse Hooglanders, vlak naast de veekraal. De stam heeft geen gladde bast zoals de gewone hazelaar, maar een zeer ruwe kurkachtige schors. En de hazelnootjes zitten in bosjes bijeen in omhulsels met woeste uitsteeksels. Nu in de boom en op de grond te vinden als een soort van stekelbollen.
Het is een boom die de laatste tijd steeds vaker genoemd als boom van de toekomst omdat 'ie goed tegen warmte en droogte kan. Andere bomen hebben het in Nederland door de klimaatverandering steeds moeilijker. Dat geldt bijvoorbeeld voor de fijnspar, die mogelijk helemaal gaat verdwijnen uit ons land. Ook in het Amsterdamse Bos zie je daar wel sterfte van optreden. Of dat komt van door hitte en droogte, of juist door wateroverlast, moet je in het Bos wel altijd goed bekijken.
Dat geldt ook voor de plek van de boomhazelaars in het Bos. Dit deel wordt beheerd als natuurbos, en dat betekent dat er zo weinig mogelijk ingrepen gedaan worden. Fantastisch natuurlijk dat het Bos al een aantal van deze klimaatbestendige boomhazelaars heeft, maar staan ze niet op een te natte plek en worden ze als kleinere bomen niet te veel in de schaduw gezet door de omringende beuken? Ze lijken het op deze plek juist wat moeilijk te hebben. Zou het niet mooi zijn als ook elders in het Bos deze fraaie bomen aangeplant werden, op plekken waar ze groot en oud kunnen worden.
De oudste en dikste boomhazelaar
Het Amsterdamse Bos is te jong om de oudste boomhazelaar van Nederland te herbergen. Die staat in de Amsterdamse binnenstad in de Hortus Botanicus aan de Plantage Middenlaan. Geplant in 1795 en nu met een stamomtrek van bijna 3 meter. Deze boom staat vlak bij het hek, dus die kun je ook zonder toegangskaartje goed zien.
Naar de knoppen
Wat je weer in het Amsterdamse Bos goed kunt bekijken zijn de afwijkende roosvormige knoppen die hazelaars soms hebben, ook wel rondknoppen genoemd. In de boomhazelaar zijn ze twee keer zo groot als in de gewone hazelaar. En juist in de winter kun je ze goed zien. Deze boomroosjes worden veroorzaakt door de rondknopgalmijt. Een soort spinnetje kleiner dan een derde van een millimeter.
Als eieren in een knop gelegd, veroorzaken ze met een clubje jonge mijten dit roosvormige galletje. Uit de gewone knoppen zullen binnenkort de rode octopusvormige stamperarmen van de vrouwelijke bloempjes naar buiten piepen. Klaar om door de wind aangevoerd stuifmeel te vangen. Het begin van nieuwe hazelnootjes. Houd die knoppen in de gaten.