Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
Het leek een dag als alle andere te worden, die 4 december 1919, nu een eeuw geleden. Maar dat werd het allerminst. ’s Avonds trekt een hevig onweer over de gemeente Nieuwer-Amstel en om acht uur valt in het dorp Amstelveen het elektrische licht uit. In die diepe duisternis tekent zich een helse vuurgloed af bij de Nieuwe Meer. De Koenenmolen uit 1635 staat in de hens. De brandweer rukt uit, maar het is een ongelijke strijd. De Koenenmolen is reddeloos verloren.
De molen ontvlucht
Het blad De Molenaar bericht enkele dagen later dat de bliksem als eerste insloeg in de stal naast de Koenenmolen. Een enorme klap waarbij drie van de zeven koeien direct dood neervielen, maar waardoor wonder boven wonder geen brand uitbrak. Dat was wel even anders toen vervolgens de bliksem in de bewoonde molen zelf insloeg. De vlammen laaiden meteen hoog op. Arie Verhaar met vrouw en knecht moesten de molen hals over kop ontvluchten zonder ook maar iets mee te kunnen nemen. Zijn hond en de kat (zie foto) hebben eigen pootjes, dus hopelijk hebben die het ook gered. Maar dat lees ik nergens. Wel dat ook zijn bootjes verbrand zijn. En dat de brandschade niet door de verzekering wordt gedekt.
IJspret
De Koenenmolen was een van de oudste molens in de buurt van Amsterdam. Deze poldermolen maalde bijna driehonderd jaar lang het overtollige water uit de polder naar de Nieuwe Meer en domineerde daar de horizon. Vele kunstenaars hadden hem vereeuwigd. Een speciaal plekje had 'ie bij de Amsterdamse schaatsers die ’s winters met duizenden tegelijk over de Schinkel en de toen nog ondiepe Nieuwe Meer naar de molen gleden. Daar aangekomen was het klunen geblazen. Om de schaatsen te sparen, werd er altijd turfstrooisel neergelegd. Verder ging de tocht dan over het Karnemelkse Gat richting Amstelveense Poel, hèt centrum voor ijsvermaak.
Gered en toch verloren
De Buitendijkse Buitenveldertse Polder-Noord was de laatste polder bij Amstelveen die nog uitgeveend werd. Het veenderijbestuur ging daarbij voortvarend te werk. In 1905 vervingen ze de eeuwenoude Koenensluis door een grotere sluis iets meer naar het oosten toe. En in 1917 lieten ze een elektrisch gemaal bouwen om de Koenenmolen te vervangen. Zo waren ze niet langer afhankelijk van de wind. Het scheelde maar weinig of de oude Koenenmolen was vanwege overbodigheid afgebroken. Kunstenaars en de bond Heemschut liepen echter met succes te hoop tegen de sloop. Wrang voelt het dat zo kort daarna toch het noodlot toesloeg en de molen volledig afbrandde. Het elektrische gemaal is het noodweer wel schadevrij uitgekomen. Het niet onaardige gebouwtje uit 1917 staat er nog steeds met binnen aan de muur een bordje, vermoedelijk uit dezelfde tijd, met het volgende rijmpje:
Klein maar fier sta ik hier
‘k Maal gezwind zonder wind Het water weg uit deze steg: ‘k Blijf de Koenemolen.
Leuk bedacht, maar voor mij blijft er toch maar één Koenenmolen en die is echt niet meer.
Dakloos
Arie Verhaar, landbouwer, molenaar/machinist, bootjesverhuurder en sluiswachter, was intussen dakloos. Maar het gemaal en de sluis moesten toch bediend. Op 26 juli 1920 wordt daarom de 1e steen gelegd voor een sluiswachter/machinistenwoning. Na 1925 is het uitvenen beëindigd en de polder drooggemalen. Nu vele meters lager. Een decennium later veranderde de omgeving opnieuw met de aanleg van de Bosbaan, de Bosbaansluis en het Koenenbos. Of Arie dat allemaal nog meegemaakt heeft weet ik niet. Hij was er zeker niet meer toen het gemaal in de tachtiger jaren geautomatiseerd werd en de machinist er niet meer naast hoefde te wonen. Bij de Koenensluis komt er ook geen sluiswachter meer aan te pas. Dit jaar is de bediening overgenomen door vrijwilligers. Maar die woning tussen Koenensluis en Bosbaansluis staat er nog steeds. Samen met het gemaal het stenen bewijs dat delen van het Bos toch echt ouder zijn dan de officiële 85 jaar.
Eerbetoon
In oude verhalen van o.a. Jac. P. Thijsse kom je de Koenenmolen nog tegen. Dan gaat het over wandelingen rond de Nieuwe Meer of vaartochtjes over het Karnemelkse Gat. De in 1933 opgerichte watersportvereniging De Koenen heeft de molen in haar logo zitten, ook al was de molen bij de oprichting al verdwenen. Er zijn nog schilderijtjes, foto’s en tekeningen van de molen. En met dit blogje wil ik natuurlijk ook die iconische molen een beetje uit de vergetelheid houden. Maar het voelt allemaal wat magertjes. Op de archeologische kaart van Amstelveen staat de molen zelfs bij de verkeerde sluis, de Bosbaansluis, ingetekend. Zou het niet mooi zijn, denk je dan, om in de buurt van de historische plaats de herinnering op een of andere wijze tastbaarder vast te leggen?
Leuk idee om de herinnering tastbaar vast te leggen. Misschien ter plekke een gedenkplaquette maken?