Gastblog van het Amsterdamse Bos - Reacties
Filter op categorie
Bijdragen uit het archief
- Bijdragen juni 2022
- Bijdragen juni 2021
- Bijdragen mei 2021
- Bijdragen april 2021
- Bijdragen februari 2021
- Bijdragen januari 2021
- Bijdragen december 2020
- Bijdragen oktober 2020
- Bijdragen september 2020
- Bijdragen augustus 2020
- Bijdragen mei 2020
- Bijdragen april 2020
- Bijdragen februari 2020
- Bijdragen januari 2020
- Bijdragen december 2019
- Bijdragen november 2019
- Bijdragen oktober 2019
- Bijdragen september 2019
- Bijdragen augustus 2019
- Bijdragen juli 2019
- Bijdragen juni 2019
In Europa komen groeien 454 verschillende wilde boomsoorten. Van die bomen komen 265 soorten enkel in Europa voor. Dat klinkt als nog best wat. Zeker als je weet dat tijdens de ijstijden in Europa veel meer bomen zijn uitgestorven dan in Noord-Amerika. Maar nu blijken van die 265 soorten er minstens 155 alsnog met uitsterven bedreigd. Bijna zestig procent. Dat klinkt toch best heftig.
Servische spar
Een van die bedreigde bomen is de Servische spar. Een ultra-slanke naaldboom, die bij ons vooral gekweekt wordt als kerstboom en dus zelden groot wordt. In het wild komt de Servische spar alleen voor in de bergen van Bosnië-Herzegovina en Servië. Zijn leefgebied daar wordt steeds kleiner en raakt ook steeds verder versnipperd door houtkap en bosbranden. Bovendien krijgt deze spar in zijn oorsprongsgebied last van de klimaatverandering. Dat las ik in het eind september uitgekomen rapport van de Internationale Unie voor Natuurbescherming (IUCN), die deze boom op de 'rode lijst' van te beschermen Europese boomsoorten heeft geplaatst.
En dan besef je weer wat een bijzonder bos dat Amsterdamse Bos toch is. Want bij de Kleine Vijver staat een heel bos van die bedreigde Servische sparren het hele jaar door mooi te wezen. Vanzelfsprekend zal de nieuwe bomenroute van het Bos ook hier langs gaan.
Arve of Alpenden
In oude beschrijvingen van het Amsterdamse Bos wordt vaak gerept over de arve of alpenden die bij de aanleg is aangeplant. Terwijl we vroeger leerden dat dennen in Nederland altijd twee naalden bij elkaar hebben, heeft die alpenden juist naalden in bosjes van vijf. Geen bedreigde naaldboom op Europese schaal, maar in het Amsterdamse Bos leken ze uitgestorven. Na flink zoeken, heb ik er enkele weken geleden toch nog twee gevonden vlakbij die Servische sparren. En afgelopen week nog eentje bij de Arena. Die waarschijnlijk laatste drie exemplaren in het Amsterdamse Bos worden intussen flink overvleugeld door de er omheen staande eiken. Als er geen nieuwe aangeplant worden op een betere plek, dan zal de alpenden uiteindelijk toch verdwijnen uit ons Bos.
Levend fossiel
In het Amsterdamse Bos staan ook bomen waarvan men dacht dat ze al heel lang uitgestorven waren. Namelijk watercipressen. Ooit algemeen op het Noordelijk halfrond, kende men die enkel als fossiel. Totdat er in 1943 in een verlaten vallei in China levende watercipressen werden teruggevonden. Nu staan ze ook in Nederland op veel plaatsen als laanboom of alleenstaande parkboom. Maar uniek weer van het Amsterdamse Bos, daar staan ze in bosverband. Onder andere bij de paardenwaadplaats. Maar let op, ze zijn anders dan de meeste naaldbomen. Net als de Amerikaanse moerascipres en de lariks laten ze ’s winters hun naalden vallen. Dus wil je ze dit jaar nog groen zien, dan moet je je haasten. Ben je later, dan zie je dat ze in de winter toch niet helemaal kaal zijn. Ze hangen dan vol met strengen mannelijke bloemknoppen, die ze een prachtig silhouet geven.